'Hoe gaat het nu?' Ik denk even na over wat ik zal zeggen. 'Het gaat niet zoals ik gehoopt had, maar het is oké.' De persoon aan de andere kant van de lijn, de sportleider van de Muskathlon, luistert naar mijn verhaal. Ik vertel hem dat het niet gaat. Het hardlopen niet. Buiten de blessure die ik heb opgelopen, werkt mijn lichaam niet mee. Toch heb ik de baalperiode achter me gelaten; ik vertrouw erop dat het niet uitmaakt wat mijn prestatie zal zijn. Ik ga met God, dat is alles wat telt.
Al van jongs af aan weet ik dat mijn lichaam niet helemaal goed werkt. Ik bekijk het positief, want: 'Kijk wat ik wel doe'. Tegelijkertijd is dát wat ik doe, niet altijd een goede weerspiegeling van wat ik zou móeten doen. Ik kies er vaak bewust voor om over mijn grenzen te gaan, om zo te bereiken wat ik wil. De keuze om mee te gaan naar Tanzania is op eenzelfde manier gegaan: '21 kilometer? Nooit gedaan. Geen idee of het gaat lukken, maar God heeft dit op mijn pad gebracht, dus ik ga het proberen.' Inmiddels is wel duidelijk dat ik de 21 kilometer (waarschijnlijk) niet zal halen, maar ik wil er niet neerslachtig over doen: naar Tanzania gaan, is vooralsnog de beste keuze die ik had kunnen maken.
God leidde mij dat bewuste weekend, en heeft mij voor de keuze gesteld: 'Ga je met Mij mee strijden voor gerechtigheid, of niet?' Ik koos ervoor om mee te gaan en ging er vanuit dat God een goede medewerking van mijn lichaam dan ook zou 'regelen'. Misschien te optimistisch, maar dat dacht ik. Waarom zou God me op een reis sturen waar ik (in mijn ogen) niet volledig aan mee kan doen? Strijden voor gerechtigheid, dat doe je toch door de eindstreep te halen? Ik luisterde bewust niet naar tegensputteringen van mijn lichaam, want: God leidt me. Ik hoef niet bang te zijn. Nu weet ik dat het een fout is om te denken dat je alléén strijdt als je zichtbaar vorderingen maakt. Daar waar het voor anderen onzichtbaar is, kan ook keihard worden gewerkt. Zélfs als resultaat lijkt uit te blijven.
''Het succes van de reis hangt niet af van het aantal kilometer dat ik zal rennen''
Het was geweldig om op de dag van de CPC de finish over te rennen, mijn medaille in handen te nemen en te beseffen wát ik had behaald. Ik had mijn eerste 5 km in 32 minuten uitgerend. Voor ieder ander kan 5 km een makkie zijn; voor mij was het een berg. Ik was (en ben) God zó dankbaar dat Hij me die kracht gaf. Het deed me denken dat ik de rest dan ook zou halen: 5 km is 'maar' een kwart van de 21, dit zou vast gaan lukken. Nu denk ik vooral dat ik daarmee mijn blik te veel gericht heb op de prestatie die ik moet leveren, en niet op de bedoeling van de reis. Ik merkte het al gauw: naarmate de tijd, na de CPC, verstreek, begon mijn lichaam weer tegen te werken. Sindsdien staan mijn hardloopschoenen onaangeraakt in de kast.
Ik kan mij constant blijven frustreren, schamen misschien zelfs wel, voor het feit dat het hardlopen mij niet lukt zoals de rest. Dat gevoel ligt op de loer, want natuurlijk wil ik niet als enige achterblijven. Het houdt me wel eens bezig wat anderen denken als ze weten dat ik niet meer hardloop. Toch weet ik dat ik dat niet zo hoef te denken. Ik doe alles wat ik kan, samen met God, en wil mij focussen op Hem. Bovendien ga ik niet alleen op pad; God begeleidt de hele reis. Het succes van de reis hangt niet af van het aantal kilometer dat ik zal rennen, en dat alleen geeft mij al zoveel rust.
Mocht het lukken, dan zal ik het trainen weer oppakken, maar ik kan nu ook vol overtuiging zeggen: gaat het niet, dan is het óók goed. Op zendingsreis gaan, is een droom die ik al van jongs af aan heb. Dáár draait het om, en ik ben ontzettend dankbaar dat ik nu mag gaan. En wat mijn lichaam dan wel of niet doet, moet het zelf maar weten. Ik ga mee op reis, hoe dan ook. Zélfs als ik als laatste over de finish kom, of helemáál niet. De liefde die God in mijn hart heeft gelegd, zal niet minder zijn als ik de afstand niet kan volbrengen. Die liefde blijft! En dat is volgens mij waar de hele reis om draait...
'Hij wil niet dat je op mensen vertrouwt,
op de kracht van je leger,
op je aantallen paarden.
Maar Hij wil dat je ontzag voor Hem hebt
en vertrouwt op zijn liefde.'
- Psalm 147:10
Reactie plaatsen
Reacties
Trots op je... 😍❤️