Als Sinterklaas eens écht zou zijn

Gepubliceerd op 5 december 2018 om 09:00

Het is half 6 ’s ochtends. Zodra mijn oogleden het licht van de lamp weer toelaten, zijn mijn gedachten verder op de dag. Vanavond draait het in Nederland om cadeautjes, zoals altijd op 5 december. Ik draai me nog eens om en laat mijn blik rusten op de jutezak die al een tijdje klaarligt. Hoewel ik erg naar vanavond uitkijk, knaagt er iets vanbinnen. Ik gooi mijn dekens van me af en zoek mijn weg naar de badkamer. In de hoop het gevoel weg te wassen, steek ik mijn gezicht onder de koude kraan. Helaas. Het werkt niet, en het gevoel volgt me mee de dag in…

 

In een paar flitsen herbeleef ik een aantal pakjesavonden van de afgelopen 20 jaar. Mijn ouders hebben altijd hun best gedaan om ons fijne Sinterklaasweken te bezorgen. Mijn zussen en ik hebben lange tijd geloofd in het bestaan van Sinterklaas. Als hij in het land was, was het drie weken feest. Dat er ieder jaar een oude, bebaarde man was, die speciaal voor ons naar Nederland kwam, maakte dat ik me bijzonder voelde. Hij bracht zelfs de nachten door op de daken, terwijl ik rustig lag te slapen. In heel Nederland bracht hij cadeautjes. Het maakte niet uit hoe je eruitzag of wat je prestaties op school waren. Sinterklaas hield van alle kinderen. Het enige wat je hoefde te doen, was het hele jaar lief zijn. Je goed gedragen. En zelfs dat hoefde niet meer, nadat de roe werd afgeschaft…

 

In mijn allerjongste jaren kwam Sinterklaas ook over de vloer. Hij bonkte op de deur en bracht ons de cadeautjes. Ik werd dan altijd helemaal wild. Daar was hij: de goedheiligman uit Spanje, die hierheen kwam om een oordeel over mij te vellen. Ik rende naar de deur om hem binnen te laten. Maar zodra Sinterklaas naar binnenkwam, deinsde ik terug. De Sint had namelijk zijn boek in zijn hand, keek me doordringend aan en liep met zijn staf naar binnen. Hij vroeg mij om naar voren te komen, zodat ik kon luisteren naar zijn oordeel. Was ik wel lief genoeg geweest dit jaar? Verdiende ik wel cadeautjes, of moest ik mee naar Spanje? Enkele keren barstte ik in huilen uit. Ik kon de spanning niet verdragen…

 

Sinterklaas is er nog voor iedereen, maar niet iedereen is meer vóór Sinterklaas.

 

Soms zou ik willen dat ik weer in Sinterklaas geloofde. Of sterker nog: soms zou ik willen dat Sinterklaas echt zou bestaan. Dat ik niet in hem zou hoeven geloven, maar dat ik zou wéten dat hij echt was. Ik zou willen dat ik de komst van Sinterklaas weer kon linken aan vrede, in plaats van aan ruzies. Want dat was wat hij bracht in mijn ogen: saamhorigheid, vrede tussen mensen. Hij bracht cadeaus voor iedereen, hoe kon iemand dan haat ervaren? Nu zie ik vooral het tegenovergestelde. Ik zie wat een verschillen er zijn in Nederland en wat een ruzie er wordt gemaakt. De sfeer van het feest lijkt te zijn vervaagd. Er hangt geen versiering meer in de stad, alles draait nu om Kerst. Met Kerstmis wordt er (nog) niemand gediscrimineerd, dus daar wordt de focus op gelegd. Sinterklaas is er nog voor iedereen, maar niet iedereen is meer vóór Sinterklaas..

 

Gelukkig heb ik als christen zicht op iets dat wél echt is, en vooral voor iedereen. Als Jezus komt, is het voor eeuwig feest. Een feest waar iedereen aan deel mag nemen, waar je zoveel cadeaus zult krijgen als je wilt. Er zal vrede worden gebracht, en de saamhorigheid zal terugkomen. De straten zullen versierd zijn. Dát feest is niet alleen voor de ouders die het kunnen betalen, maar voor iedereen. Als Jezus binnenkomt, hoef ik niet terug te deinzen. Ik hoef niet bang te zijn voor Zijn oordeel. Als Hij op de deur bonkt, kan ik met een gerust hart open doen.

 

Ik haal mijn gezicht onder de kraan vandaan. Op de tast trek ik een handdoek uit de kast. Vanavond is het zover. Eerst nog even een schooldag, maar vanavond is het feest. En ongeacht van hoe het er buiten aan toe zal gaan, in míjn hart zal ik er altijd van genieten…  

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.